Wildkamperen in een camper, is dat wel wildkamperen?
Honestly? Nee.. Het enige wilde aan wildkamperen met een camper in Noorwegen, is het feit dat je de camper overal mag plaatsen om te overnachten (met uitzondering van privéterrein), waardoor je niet gebonden bent aan campings, die meestal uitpuilen van de toeristen. Voor de rest heb je alle luxe bij je, en waren wij, door de zonnepanelen en watertanks, volledig onafhankelijk.
Desondanks is het niet altijd gemakkelijk om een plekje naar wens te vinden, maar uiteindelijk heeft elke overnachtingsplek, hoe verschillend ze ook kunnen zijn, zijn eigen mooiheid. De mooie plekjes zijn het makkelijks te vinden met behulp van Google Maps, welke ook alle zeer kleine weggetjes aangeeft (meestal dirtroads), als je de functie satelliet gebruikt, kan je precies zien aan welke doodlopende weggetjes wél of geen huizen staan.
Een voordeel is, dat het rond deze tijd van het jaar, nauwelijks donker wordt in Noorwegen, waardoor je lange dagen hebt, en dus ook na een wandeling en het zoeken van een overnachtingsplek nog veel tijd over hebt om te relaxen, te badderen in een van de ijskoude rivieren of meren, een boekje te lezen en een lekkere maaltijd te bereiden.
Wij hebben twee weken lang alleen maar temperaturen gehad van 28 graden en hoger, waardoor alle thermo-kleding ongebruikt weer terug in de kast kon na thuiskomst. Heerlijk om zoveel zon te hebben, maar het maakt de wandelingen wel ontzettend zwaar. Daarom hebben we grote afstanden afgelegd met de camper, om zoveel mogelijk van de verscheidenheid van Noorwegen te zien. Uiteindelijk hebben we bijna 3000 km afgelegd en is Geiranger Fjord (geen aanrader, veel te toeristisch) het meest Noordelijke dat we gekomen zijn.
Een aantal heerlijke plekken om te overnachten:
1. Edland, aan een doodlopende oude dirtroad, die niet meer in gebruik leek. Hierbij stonden we direct aan een waanzinnig (en ijskoud) meer, waarbij we de hele avond en de ochtend erna geen mens zijn tegengekomen. Wél overal sporen van wolven en vossen, die we helaas niet in levende lijven hebben gezien.
2. Mijn persoonlijke hoogtepunt, Veitastrond. Dit is een mini klein dorpje, aan de rand van het Nasjonalpark Jostedalsbreen, als je deze doodlopende weg door blijft rijden, kom je bij een bomveg, een tolweggetje, waarbij je zelf wat geld in een envelopje moet stoppen. Eenmaal door het poortje heb je uitzicht op de meest prachtige bergen, gletjers, en ijsrivieren. Je bent hier vrij om je camper overal te plaatsen en er zijn prachtige wandelingen die je langs de rivier, door een dal naar de gletsjers leiden (deze wandelingen zijn over het algemeen wel slecht aangegeven).
3. Het uitzichtpunt Dalsnibba, vlakbij Geirangerfjord. Uitzondering op de regel: deze plek was wáánzinnig toeristisch. Maar je zit hier ontzettend hoog in de bergen, en als je lang genoeg wacht, heb je het hele platform voor jezelf. Bij ons waren er veel laaghangende bewolking, wat het geheel een sprookjesachtig, mysterieus aanzicht gaf, heel bijzonder! Je kijkt uit op de gletsjers en het enige geluid (zodra de touringbussen zijn verdwenen) is het gekraai van de vogels.
Buiten deze bijzondere plekken hebben we natuurlijk ook overnacht op andere mooie plekken, die allemaal de moeite waard waren, midden in de bossen, aan Lake Mjøsa, na het kajakken, aan watervallen en rivieren. Noorwegen is waanzinnig mooi en afwisselend!
Over de schrijfster:
Kim König (23), op reis met haar vriend Perry Vorselaars (26). Eerste vakantie samen. Eerste keer in Noorwegen, studente conservatie-restauratie van glas in lood, dol op reizen, krijgt nooit genoeg van alle nieuwe uitzichten.